Webinar (29-04) ‘(Her)ontwikkeling logistiek, aanbevelingen voor clustering en regionale meerwaarde’

Meer nieuws

De logistieke vastgoedmarkt is sterk in ontwikkeling. Er is veel dynamiek en marktpartijen zoeken continue nieuwe plekken, zowel op green- als op brownfields. Tegelijkertijd is er (landelijk en regionaal) discussie over de maatschappelijke en economische waarde van logistieke activiteiten in relatie tot landschap, bijdrage aan de energietransitie, werkgelegenheid en overige externe effecten (zoals huisvesting arbeidsmigranten of verkeer). Vanuit de NOVI wordt aandacht gevraagd voor clustering en sturing van logistieke activiteiten, primair op bestaande terreinen en daarnaast op een selectief aantal nieuw te ontwikkelen locaties. Op donderdag 29 april organiseerde Stec Groep een webinar over de meerwaarde van (her)ontwikkeling van logistiek. Stec Groep zette uiteen hoe clustering op green- en brownfields concreet gemaakt kan worden en ging in op een nieuwe methodiek voor het bepalen van regionale meerwaarde van logistieke activiteiten. Gastspreker provincie Noord-Brabant vertelde over de sturing die de provincie toepast op grootschalige logistieke activiteiten en lichtte diverse best practices toe. Logistiek vastgoedbelegger WDP gaf daarna een reflectie.

Klik hier voor u de presentatie van het webinar.

Wat is er nodig om clustering op green- en brownfields te realiseren?

  1. Ontwikkel visie op (grootschalige) logistiek en durf daarnaar te handelen. Van groot belang is om grip te hebben op wat er op uw gemeente/regio af komt de komende periode. Welke logistiek past bij uw regio (nu en in de toekomst). Gaat het bijvoorbeeld om regionaal gebonden logistiek (75-90% van de dynamiek zijn gewortelde bedrijven!), stadsdistributie of juist meer footloose logistieke activiteiten? Welke logistiek is verbonden met regionale productie en/of consumptie? Daarbij speelt ook nadrukkelijk de vraag of u alle vormen van logistiek wilt en moet faciliteren. Op basis van de geconstateerde (en gewenste) behoefte bepaalt u – gezamenlijk – welke clusters u wilt versterken en uitbreiden. Door hier proactief te verleiden (bijvoorbeeld door investeringen in trimodale infrastructuur, scholingsprogramma of stikstofrechten) ontstaat een vestigingsklimaat waar bedrijven zich willen clusteren.
  2. Niet elke brownfield locatie is geschikt voor (XXL-)logistiek. Wat is de potentie van uw bestaande bedrijventerreinen voor verschillende vormen van logistiek? Waar ontstaan kansen voor herontwikkeling? We merken dat de brownfield-potentie vaak nog onvoldoende helder is in veel gemeenten. Hierdoor ligt het initiatief te vaak bij de marktpartij, waardoor ook op ongewenste plekken plannen voor herontwikkeling zijn. Voor de provincie Noord-Brabant ontwikkelden we een tool (Brownfield Potentie Indicator) om objectief te meten waar kansen voor herontwikkeling in de toekomst liggen. Hierdoor ontstaat gericht informatie om te sturen op gewenste ontwikkelingen. Ook voor brownfields is een vorm van clustering wenselijk. Alleen al in Midden- en West-Brabant zijn 80 bedrijventerreinen geschikt voor grootschalige logistiek. Zonder clustering en selectief beleid ontstaat wildgroei en kunnen investeringen in bereikbaarheid en infrastructuur niet getrechterd worden.
  3. Zet instrumentarium in om de daad bij het woord te voegen. Sturing op clustering is mogelijk. Er zijn veel instrumenten beschikbaar (zie bijvoorbeeld onze analyse voor de MIRT Goederenvervoercorridor. Klik hier.
    Zowel publiekrechtelijk (zoals bestemmingsplan, parapluplan, voorbereidingsbesluit) als privaatrechtelijk (zoals uitgiftevoorwaarden, verhandelbare rechten, contractuele verplichtingen) zijn legio mogelijkheden om te sturen op gewenste locaties (op green- en brownfields) en de energieneutrale of klimaatadaptieve invulling van plekken. Met behulp van slimme financiële interventies (zoals strategische posities verwerven, fondsvorming, prijsmechanisme) en procescapaciteit is meer mogelijk.

Hoe sturen op regionale meerwaarde van logistieke activiteiten?

  1. Ruimte is schaars. Een afweging wat u nog wel faciliteert en wat niet, is dan des te belangrijker. Maak werk van regionale meerwaardebenadering voor logistiek. De maatschappelijke discussie is here to stay. Stel de vraag wat de ‘licence-to-operate’ is van de nieuw-vestiger. Traditioneel worden economische parameters gehanteerd om de noodzaak van nieuwe logistiek te legitimeren. Die zijn er zeker met bijvoorbeeld 400.000 banen in distributiecentra! We pleiten echter voor een breder afwegingskader waarbij naast economie ook bijdragen aan (regionale) welvaart, landschap en energietransitie zijn meegenomen (productie / consumptie). Op verschillende logistieke locaties hebben we hier ervaring mee opgedaan. Onze visie: stop met uitgifte voor speculatieve ontwikkelingen, maar organiseer een systeem waarbij leads (boven)regionaal worden afgestemd (op basis van het eerder genoemde toekomstbeeld) en toets op locatieniveau op vooraf gestelde criteria. Kortom, ga in gesprek met ontwikkelaar en eindgebruiker (!!!) om een sterk plan te realiseren en werk objectief aan de hand van een afwegingskader. De markt geeft hiervoor al eerste aanzetten door energieneutraal, klimaatadaptief en circulair te bouwen. De overheid kan dit nog verder stimuleren. Laten we met elkaar toewerken naar extreem aantrekkelijke en duurzame DC’s! Klik hier.

Vanuit de strijd om de ruimte ontstaat de komende jaren een noodzaak om te clusteren, herontwikkeling van brownfields aan te jagen en te sturen op regionale meerwaarde van logistieke vestigers. Zorg dat uw regio en gemeente er klaar voor is zodat uw bestaande en nieuwe logistieke eindgebruikers hier maximaal ruimte krijgen.

Verder praten over het versterken van uw logistieke regio? Wij bundelen gedegen kennis van logistiek aan gedegen kennis van instrumenten die u als overheid heeft en kunt inzetten. Neem contact op met Hub Ploem (h.ploem@stec.nl) of Wim Eringfeld (w.eringfeld@stec.nl). Ons telefoonnummer is 026 751 41 00.


Meer informatie?

Heeft u een vraag na het lezen van dit artikel?
Onze adviseurs staan u graag te woord of bel met 026 – 751 41 00.